lege tweede kamer

Nationaal Programma Onderwijs: wie is nu aan zet?

Nationaal Programma Onderwijs (NPO)

Wie is nu aan zet?

Ons tweede blog plaatsten we op 31 maart, enkele momenten nadat in een brief(1) van vijf pagina’s, gericht aan de voorzitter van de Tweede Kamer, de Algemene Rekenkamer een serie aan aandachtspunten bij het NPO indienden. Deze brief haalde opnieuw de kranten (2) (3) en de zeer nijpende koppen (zoals: ‘Bij onderwijsplan liggen willekeur en misbruik op de loer’, ‘Let goed op waar extra onderwijsgeld blijft’) zorgden weer voor een hoop gevoelens en emoties.

Het initiële idee was om onze derde blog te richten op de menukaarten en de effectieve interventies en mogelijke oplossingen om op een duurzame manier aan de slag te gaan met deze geldinjectie. En we dachten ook dat we maar drie blogs zouden schrijven. Los van het feit dat we dit zeer interessant en leerzaam vinden, ontvingen Karin en ik de afgelopen weken zoveel positieve reacties dat we hebben besloten om voorlopig nog even door te schrijven. Hier gaan we dan, vandaag duiken we in de brief van de Algemene Rekenkamer.

Wat doet de Algemene Rekenkamer?

Ze onderzoeken of de Rijksoverheid netjes en volgens afspraken met het haar toevertrouwde geld omgaat; of de Rijksoverheid het geld zinnig, zuinig en zorgvuldig uitgeeft en of burgers waar voor hun geld krijgen.

Over het algemeen gaan ze aan de hand van meerjarige onderzoeksprogramma’s aan de slag met drie grote vraagstukken: Wordt het geld volgens de regels geïnd en besteed? Is de inning en besteding van het geld goed georganiseerd? Krijgt de burger daarmee waar voor zijn geld?

Het gebeurde eigenlijk niet eerder dat een orgaan dat achteraf controleert of de bestedingen kloppen, vooraf een waarschuwing meegeeft.

De brief is gericht op meerdere hoofdlijnen onder andere een verzoek voor duidelijkheid van het beoogde maatschappelijke doel vooraf, een weloverwogen keuze te maken in financiering, controle en verantwoording en het bepalen van de informatie over resultaten en uitgaven.

De boodschap van de Rekenkamer is volgens ons vooral: ‘Let op dat je de goede dingen doet, stem het goed af met de doelgroep en doe die dan ook nauwkeurig en doelmatig zodat het uitvoerbaar en navolgbaar is, maar ook dat het tussentijds mogelijk is om van de resultaten te leren’.

Geld

  • Op dit moment wordt € 2,2 miljard incidenteel en € 645 miljoen structureel (toename leerling- en studentaantallen) toegevoegd aan de OCW-begroting.
  • Nog eens € 6,3 miljard staat op de Aanvullende post van het Ministerie van Financiën. Overboeken naar de OCW-begroting gebeurt op het moment dat de bewindspersonen (demissionair ministers Slob en Van Engelshoven) de maatregelen (de menukaart) voor deze middelen hebben uitgewerkt.

Maatschappelijk doel

  • De Rekenkamer hamert hier in deze brief op. Het gaat over doelgroepen (voor wie is het geld hier het hardst nodig) en de maatschappelijke doelen (leervertraging, sociale en emotionele achterstand, handelingsrepertoire en professionalisering van schoolleiders/ leerkrachten).
  • Welke indicatoren spreek je met elkaar af om te meten of je de goede dingen ook goed doet? Of waar je wellicht mee moet stoppen?
  • Wanneer weet je of je doel bereikt is? Een ingewikkelde vraag, want je kunt de leervertraging als gevolg van de coronacrisis niet zomaar losknippen van de achterstanden en de ongelijkheid die er al waren maar nu zichtbaar werden.
  • Hetzelfde geldt ook voor de plannen die de scholen gaan maken, volgens de Rekenkamer. Hoe hou je in de gaten dat die aansluiten bij de doelstellingen van de minister(s)? Doelstellingen van de minister: ‘Het doel hiervan (NPO) is om leerlingen en studenten te helpen hun gaven en talenten tot bloei te brengen, ondanks de coronacrisis en de gevolgen daarvan voor het onderwijs.’(4)
  • Ontstaat er door al die plannenmakerij straks geen vertraging bij het toekennen van de gelden? Dit is een werkwijze die zo is afgesproken bij het Ministerie van Financiën, krijgen scholen daar geen last van?

Een belangrijke zin uit de brief die wij onderschrijven is: ‘Een gedeeld beeld geeft hen (de scholen) de mogelijkheid om tussentijds en achteraf te leren van collega’s door het vergelijken van inzet, keuzes, aanpak en resultaten.’

Financiering, controle en verantwoording

  • De Rekenkamer wijst erop dat door gelden via een lumpsumbekostiging beschikbaar te stellen aan scholen, ook voor deze extra middelen een gestandaardiseerde verantwoording door de scholen zelf met uniforme informatie nodig is
  • Naast middelen via de lumpsum zijn een aantal zaken ook in een subsidie verpakt (zoals de inhaal- en ondersteuningsprogramma’s onderwijs 2021). Aan een subsidie worden vooraf meer specifieke voorwaarden met betrekking tot besteding gesteld. Door nu, tijdens de subsidie, te vragen om een vereenvoudiging van de verantwoording kan ertoe leiden dat de ministers en Tweede Kamer niet goed kunnen controleren of deze gelden wel goed terechtkomen (hier kwam het woordje ‘misbruik’ vandaan wat in een aantal kranten dankbaar als haakje werd gebruikt. Bij deze de context).
  • Waar het op neerkomt, volgens ons: Ministers, zorg dat jullie, met het onderwijsveld, tot goede uniforme indicatoren komen die op het niveau van de scholen en op landelijk niveau inzicht kunnen geven in de bestedingen en maatschappelijke resultaten van de extra middelen.
  • De zorg over de financiering (die dus waarschijnlijk toch via de lumpsum meekomt) delen wij, maar zou door het aanmaken van een reservering op de balans voor wat betreft het NPO met een quick fix op te lossen zijn (de P van praktisch). Wat je verder met die lumpsum zou moeten doen, daar gaan wij in deze blogreeks verder niet op in. Focus ligt op NPO.

Bepaal vooraf welke informatie over resultaten nodig is

We willen hier graag onderscheid maken tussen twee begrippen (Earl & LeMahieu, 1997):

  • Accounting Het verzamelen, organiseren en rapporteren van informatie die gaat over behaalde resultaten.
  • Accountability Het gesprek over wat deze informatie betekent en hoe het zich verhoudt met alle andere zaken die je weet en hoe deze te gebruiken om het onderwijs beter te maken.

Verantwoorden en informatie vergaren is dus niet alleen vinken (accounting) maar ook vonken (accountability).

De Algemene Rekenkamer heeft het over een slim en slank informatiearrangement (op de lumpsumbekostiging), met minder bureaucratie (doe het niet allemaal via allerlei subsidies). Terecht wijzen zij erop dat dit tenslotte over kennis gaat die onderwijsbesturen/scholen en de ministers per definitie horen te hebben.

Ook stipt de Rekenkamer nog even het tijdelijk beschikbaar stellen van middelen aan. Met daarbij de aanbeveling om de middelen die niet meteen kunnen worden ingezet als Bestemmingsfonds op te nemen. Niet in de algemene reserves dus.

Wie is er dan nu aan zet?

Waar de scholen nu druk bezig zijn met hun scans en wellicht ook plannen, is het nu aan de ministers om nog veel scherper en helderder te formuleren en beargumenteren wat het maatschappelijk doel is, welke doelgroepen daarbij betrokken zijn (vergeet de mensen in de scholen niet) en samen met (vertegenwoordigers uit) het onderwijsveld aan tafel gaan om te komen tot goede indicatoren met betrekking tot doeltreffendheid en bestedingen en hoe dit in beeld wordt gebracht. Eigenlijk zou er dan bij de start van het nieuwe schooljaar een set moeten liggen zodat scholen vanaf dat moment ook daadwerkelijk kunnen gaan verzamelen (accounting). Hier ligt ook een schone taak voor de vers geïnstalleerde Tweede Kamer. Een vraag stellen aan de minister over wat hij van een krantenartikelkop in het NRC vindt is leuk, maar een vraag over wat de aanpak is om tot een goede set van indicatoren te komen (die betrekking hebben op de doeltreffendheid en besteding van de middelen uit het NPO), en wanneer die er dan kan liggen, is veel constructiever. Niet alleen voor de verantwoording maar ook om de scholen in staat te stellen om met een uniforme basis aan data het professionele gesprek met elkaar te laten voeren.
Beste ministers Slob en Van Engelshoven, wanneer kan het onderwijsveld duidelijkheid van jullie ontvangen?

Vanuit het onderwijsveld kwamen deze week ook verschillende berichten naar buiten: de PO-Raad organiseerde een webinar voor zijn leden en Verus richtte een brief aan minister Slob met aanbevelingen voor het NPO. In onze volgende blog willen we kijken of we hier de geluiden en aanbevelingen op een rij kunnen zetten, maar wie weet komt er nog een andere brief… Ook houden jullie zeker nog een deep dive in de menukaarten van ons tegoed, met effectieve interventies en een inkijk in welke instanties en samenwerkingsverbanden welke rol hebben in het NPO… Genoeg nog om over te schrijven…

Uiteraard horen we graag welke gevoelens en vragen deze blog bij jullie oproepen, neem gerust contact met ons op!

Karin van Ginkel – 06-39308091 info@karinvanginkeladvies.nl
Laura Walter-Goudsmit – 06-54795855 laurawalter-goudsmit@edutrainers.com

Tot de volgende blog.
Karin en Laura

Bron:
(1) https://www.rekenkamer.nl/onderwerpen/basis–en-voortgezet-onderwijs/documenten/kamerstukken/2021/03/31/aandachtspunten-bij-het-nationaal-programma-onderwijs
(2) https://www.nrc.nl/nieuws/2021/03/31/rekenkamer-bij-onderwijsplan-ligt-misbruik-en-willekeur-op-de-loer-a4037979
(3) https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/waarschuwing-rekenkamer-aan-nieuwe-kamerleden-let-goed-op-waar-extra-onderwijsgeld-blijft~b372972e/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F
(4) https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2021/02/17/nationaal-programma-onderwijs-steunprogramma-voor-herstel-en-perspectief

Illustraties: pch.vector – www.freepik.com